Griet neemt lichttherapie
Miet en Griet nemen hun intrek onder de vlonder van het
strandhuis van Jan de Kwaker.
Ze weten uit ervaring dat ze daar de komende zomermaanden
een goed onderkomen hebben.
Mocht er op het strand een zandkasteel verrijzen dan kan het
zijn dat ze tijdelijk verhuizen. De meeste kastelen houden niet lang stand die
worden in elkaar geprutst door klein grut met een emmertje en een schepje.
Verhuizen loont pas als de puberjeugd zich aan een bouwwerk
waagt, maar dat komt weinig voor. De meesten liggen lui in het zand met een
radio op volle sterkte en de blik op elkaars schaars bedekte lijven. Griet kan
zich er wezenloos aan ergeren.
Voor nu heerst er rust onder de vlonder. Miet leest het
Egmonder Sufferdje en maakt zich ondertussen zorgen om haar zus, die ligt bij
te komen van alle avonturen. Haar glimmende
schild is dof geworden en ze slaapt liefst de hele dag.
Deze toestand moet niet te lang duren want voor je het weet
lijden ze de hele zomer een saai bestaan. Ze wil het nog een dag aanzien, maar
daarna moet er iets gebeuren. Misschien weet Twan een oplossing, die komt op
zoveel plekken waar hij wijsheid opdoet.
Als ze ’s avonds met de meeuw onder een bankje zit legt ze
haar probleem aan hem voor.
‘Dat klinkt niet best. We moeten zien die zus van jou weer
op de pootjes krijgen. Om te beginnen haal ik straks wat paneermeel en
knoflooksaus bij de visboer. Ik heb gehoord dat knoflook een gezond
voedingsmiddel is, wie weet knapt ze daar van op. Ik wil haar morgen wel naar Bergen
vliegen dan laten we die jongens van de dierenambulance even naar haar kijken.’
‘Is dat niet overdreven? De dierenambulance
laten uitrukken voor een zandvlo?’
‘Welnee, die jongens zijn van het allesreddende soort, als
ze de kans krijgen leggen ze een veldmuis nog aan het infuus. Vertrouw nou maar
op mij. Het komt heus goed. Zorg jij maar dat Griet die knoflook slikt. Best
kans dat ze het niet wil nemen vanwege de geur, ik begrijp dat ze daar nogal
gevoelig voor is. Aan jou om haar van de noodzaak te overtuigen.’
Griet voelt zich zo belazerd dat ze tot alles bereid is om
beter te worden. Stinkend knoflook, een nieuwe vliegreis, ze vindt alles best. Van
de aandacht die ze krijgt lijkt ze al
een beetje op te fleuren. Diep in haar hart vindt Miet het voorstel van
Twan maar niks. Twee vrijwilligers die zich over een zandvlo buigen.
’s Avonds leest ze in het Sufferdje een advertentie over
lichttherapie bij oververmoeidheid en dreigende depressie. Dat lijkt haar voor
Griet een betere behandeling. Lampen zijn altijd wel ergens te vinden. Twan kan
haar desnoods op de straatverlichting dumpen.
Als hun vriend de volgende dag bij de strandopgang zijn
opwachting maakt treft hij de gezusters met de krant in hun pootjes. Ze laten
hem het artikel zien.
‘Meiden, die therapie ligt in jullie achtertuin. Wat zou je
denken van de vuurtoren. Ik zet jullie er vanavond nog af, als ik de catering
verzorg kunnen jullie er met gemak een paar weken doorbrengen. Prachtig
uitzicht over zee en het achterland en ’s avonds en ’s nachts kan Griet net zo
lang verlicht liggen als ze wil. 'Jan van Speijck', het resort voor zandvlooien
om van een dreigende depressie te genezen. Wat wil een vlo nog meer.’
Miet zegt niks. Lichttherapie prima, maar een paar weken in
die toren wonen, is andere koek.
Zoals gewoonlijk schikt Miet zich in haar rol om voor
zuslief te zorgen.
Een gezonde Griet levert veel meer plezier op.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten